Amersfoort
februari 2020
De laatste tweedaagse van de opleiding was bijzonder in meerdere opzichten. Er barstte een bom in ons 3TO-team die er al een tijdje aan zat te komen. Ik was eigenlijk wel opgelucht, want het leek me voor zowel Annemieke, als Marieke niet prettig om de communicatie onderling op de passief-agressieve manier voort te zetten, zoals zij toen al een aantal weken deden.
In een opleiding waarin het transitieleiderschap centraal staat, kon ik niet om de vraag heen wat mijn rol was in het proces dat plaatsvond in ons 3TO-team. Ik had hier nog geen antwoord op geformuleerd voor mijzelf, toen het tijdens een ontbijtje ineens raak was. The shit fit the fan. Deze fraaie Amerikaanse beeldspraak doet precies recht aan de situatie van dat moment, want het ging alle kanten op, het ging er niet fris aan toe, iedereen in een straal van 15 meter had door dat er iets mis was en ook al trokken we de stekker eruit, het was te laat om de schade nog te kunnen beperken.
Het draaide allemaal om twee personen, wat ik vreemd vond. Gevoelsmatig kon dat niet kloppen. Al die stapels literatuur over het worden van een team, groepsdynamiek, onuitgesproken verwachtingen, pocket-veto's en nog meer van dat soort fijne schrijfsels, hadden me inmiddels duidelijk gemaakt dat wát er ook speelde, de kans dat het alleen om Marieke en Annemieke ging, was vrij klein. Vroemen (2017) noemt een aantal 'disfunctionele groepsprocessen' en in zijn lijstje was het 'toeschouwerssyndroom' op Maurice, Sytske en mijzelf van toepassing. Zodra Annemieke en Marieke de dramadriehoek (Karpman, 2014) instapte, wachtten wij tot het overwaaide.
Daarnaast is er mijns inziens nooit sprake van 'subgroepvorming' geweest, maar ging die gedachte op een gegeven moment een eigen leven leiden, met een totaal onnodige self-fulfilling prophecy tot gevolg. Het feit dat Annemieke niet op De Ark werkte, werd steeds groter en groter gemaakt door haarzelf, omdat zij zich er niet bij hoorde voelen, tot het op een gegeven moment leek alsof ons 3TO-team een soort 4-tegen-1 clubje was. Die gedachtegang heb ik nooit begrepen, want volgens mij hebben wij als team en dus de school vaak genoeg profijt gehad van haar unieke positie en perspectief van buitenaf en is dit ook vaak tegen haar gezegd.
Zou ik de volgende keer iets anders hebben gedaan? Ik denk het eigenlijk niet. In een explosieve groepsdynamiek, kan ik soms een relativerende werking hebben, maar dat is tot op zekere hoogte en niet als het echt pijnlijk en kwetsend wordt. Ingrijpen in deze situatie, temidden van al het verbale geweld dat plaatsvond, is niet waar ik zit in mijn ontwikkeling. Hier zitten nog veel stappen voor.
Oog hebben voor de emotie en behoefte van de ander? Ja, dat wel. Ik heb voor Annemieke klaar gestaan na afloop van deze moeilijke momenten. Marieke was dan al in goede handen ergens anders en het bevreemdde mij dat niemand zich om Annemieke leek te bekommeren. Ondanks dat zij het zichzelf ook niet altijd even makkelijk maakte, vind ik het niet terecht om haar dan maar aan haar lot over te laten. Overigens ben ik natuurlijk niet op de hoogte van de beweegredenen van anderen om haar niet op te zoeken op momenten dat het heel duidelijk was dat ze daar wel behoefte aan had. Het heeft dan ook niet veel zin om daarover te oordelen, maar ik ben in ieder geval blij dat ik dat wel heb gedaan, omdat Annemieke mij meer dan eens heeft teruggegeven dat het waardevol was voor haar om gezien te worden op die momenten.
- Vroemen, M. (2017). Handboek Teamcoaching. Amsterdam: Management Impact
- Karpman, S. (2014). A Game Free Life. San Francisco, CA: Drama Triangle Productions
Dit interview heb je waarschijnlijk al gezien, omdat het staat vermeld op de laatste pagina van LU 4.1 Persoonlijk leiderschap. Mocht dat niet het geval zijn, dan zou ik het filmpje zeker even kijken.
Aan het einde van de tweedaagse, vlak voordat we zouden vertrekken, kregen we als laatste opdracht het maken van een individuele wandeling, terwijl je nadacht over een uitdagende opdracht voor jezelf voor de komende periode. Dat hoefde je niet te filmen, maar dat heb ik toen wel gedaan om het concreet te maken voor mijzelf.